Niemand zal ontkennen dat betrokkenheid belangrijk is in een leerervaring (in de klas, thuis enzovoort). Ik vind het ook fijn wanneer ik als docent of spreker merk dat mijn publiek betrokken is. Maar het is niet omdat je betrokken bent op een moment dat je ook gegarandeerd iets leert. Daarover heeft Donald Clark het in een recente blogpost (die ik ontdekte via Pedro De Bruyckere) die ik hier vrij vertaal.
Het centrale idee is dat betrokkenheid niet automatisch leidt tot het leren van nieuwe dingen. Je kunt als leerder ook betrokken zijn zonder dat je iets leert; Je kunt betrokken zijn terwijl je door dingen gaat die je al kent (en dus ook niets nieuw leert). Betrokkenheid (en dan vooral wanneer er teveel betrokkenheid is) kan het leerproces zelfs schaden.
Zo kun je aandachtig naar een video kijken en het gevoel hebben dat je iets leert maar omdat het moeilijk is om veel informatie tegelijkertijd vast te houden en te bewerken in je werkgeheugen (een 4tal items lijkt de limiet) vergeet je veel van wat je net hebt gezien, ook al ben je heel betrokken. Wanneer je daarna wordt getoetst, bestaat de kans dat je maar weinig hebt onthouden.
Je kunt ook op een oppervlakkige manier door informatie gaan waarmee je al vertrouwd bent. Dit creëert de illusie dat je iets leert. Maar die betrokkenheid is anders dan de inspanning die je moet leveren om moeilijke en nieuwe informatie te verwerken, iets dat echt tot leren kan leiden.
Soms ben je zo betrokken bij een leeractiviteit (bijvoorbeeld in een computerspel) dat je wordt afgeleid van de essentie (de inhoud). Ook dan zul je weinig leren.
We schatten ons eigen leren en wat we onthouden vaak verkeerd in. Heel vaak wordt overschat hoeveel we echt hebben geleerd (presteren op korte termijn is niet hetzelfde als leren op lange termijn!) en is de manier waarop we denken dat we het best leren niet altijd de meest effectieve manier. Zo grijpen heel wat jongeren vaak terug naar weinig effectieve studeerstrategieën. Onze perceptie van leren kan ons misleiden. Dat blijkt vaak wanneer we na afloop worden getest.
Om leren te optimaliseren kun je zowel als docent en als student gebruik maken van strategieën die meer cognitieve inspanningen vereisen en je dus echt aan het denken zetten. Om tot leerwinst te komen op lange termijn is het vaak beter om de leeractiviteit zo te ontwerpen dat het net iets meer inspanning vraagt. Bjork omschrijft dit als ‘desirable difficulties’ (Kijk hier als je er meer over wilt weten). Het is door moeite te doen, te falen en een moeilijkheid te overwinnen dat echt leren plaatsvindt. Dat is volgens Clark ook de reden waarom zoveel online leren faalt. Gewoon aanklikken of iets juist of fout is of naar de juiste kolom verslepen leidt niet tot die ‘gewenste moeilijkheden’.
Wat zijn dan wel strategieën die je aan het denken zetten? Donald Clark haalt enkele strategieën aan zoals ‘toetsen om te leren’ (retrieval practice), ‘fouten kunnen maken’ (allow failure), oefentypes afwisselen (interleaving) en nieuwe kennis proberen linken aan wat je al weet, kennis te analyseren en te reflecteren (generation of generative learning).
We weten inderdaad uit heel wat onderzoek dat jezelf testen tijdens het leren ervoor zorgt dat je de leerstof beter onthoudt op langere termijn, in tegenstelling tot andere strategie zoals de leerstof meteen herlezen of de hoofdzaken markeren. Dat geldt ook als je eerst fouten maakt en pas daarna tot de juiste oplossing komt.
Interleaving, de strategie waarbij je gelijkaardige oefentypes door elkaar oefent in plaats van alle oefeningen per type te maken, zorgt ervoor dat je voortdurend moet nadenken welke strategie je moet hanteren. Je moet letten op verschillen en overeenkomsten tussen concepten en strategieën waardoor je tot een diepere verwerking komt. Een belangrijke kanttekening hierbij is dat het wel is aangewezen dat je eerst een zekere basisvaardigheid verwerft in het oplossen van elke oefentype.
We verwerven en verankeren nieuwe kennis door ze te linken aan onze voorkennis. Daarom is het waardevol om tijdens het leren actief op zoek te gaan naar linken tussen nieuwe kennis en wat je al weet en tracht om de verbanden te verklaren en actief op zoek te gaan naar de betekenis (generation). Stel jezelf vragen zoals ‘Waarom is dat zo?’, ‘Wat is het verband?’ enzovoort
Conclusie? Wanneer je (te) weinig moeite moet investeren om een leeractiviteit uit te voeren, lijkt het vaak dat je veel leert terwijl dat niet het geval is. Soms is het beter om een strategie te hanteren die het leren net moeilijker lijkt te maken (desirable difficulties) zoals retrieval practice of interleaving. Hoewel het aanvankelijk lijkt alsof leren daardoor net moeilijker wordt (en dat kan tot frustraties leiden!), zorgt dit er meestal voor dat de leerstof net beter wordt verankerd. Durf denken!
Wil je nog meer weten over deze krachtige verwerkingsstrategieën (en andere zoals bijvoorbeeld distributed practice, elaboration of self-explanation)? In de nieuwe versie van het boek Leren.Hoe?Zo! (beschikbaar vanaf midden november 2020) lees je hoe je ermee aan de slag kunt als student en docent. Meer hierover heel binnenkort 😉
De originele blogpost van Donald Clark vind je hier.