Gebaren maken tijdens het leren, helpt om bepaalde leerstof beter te begrijpen

Als we iets uitleggen maken we spontaan gebaren. We openen onze handen, wijzen dingen aan enzovoort. Die gebaren helpen niet alleen om ideeën beter over te brengen maar zelf gebaren maken helpt ook om beter te kunnen nadenken en te leren.

We weten intussen uit psychologisch onderzoek dat personen materiaal beter onthouden wanneer ze spontaan gebaren maken, naar de bewegingen van de docent kijken of hun handen en armen gebruiken om de docent te imiteren. Recenter onderzoek wijst uit dat personen ook meer leren als je hen vraagt om op een specifieke manier te bewegen, zelfs als ze zich er niet van bewust zijn waarom ze de bewegingen maken.

In een onderzoek (Thomas & LIeras, 2009) werd aan de proefpersonen gevraagd om met hun armen te zwaaien of om ze te strekken. Aan beide groepen werd verteld dat dit was om de doorstroming van hun bloed te stimuleren. Beide groepen werd gevraagd om een raadsel op te lossen waarvoor een specifiek inzicht nodig was: hoe verbind je twee touwen die aan het plafond hangen als ze te ver uit elkaar hangen om ze tegelijkertijd te bereiken. De oplossing was om aan een van de touwen een gewicht te hangen en als een slinger te gebruiken. De onderzoekers stelden vast dat de proefpersonen die met hun armen zwaaiden meer kans hadden om het probleem op te lossen.  

Recent onderzoek (Zhang et al, 2021) breidt deze inzichten verder uit. Onderzoekers gingen na wat het (onderbewuste) effect is van specifieke handbewegingen op het leren van een abstract statistisch concept. Er werd aan 60 bachelorstudenten gevraagd om naar het onderzoekslabo te komen om rechtstaand een korte video te bekijken waarin het idee werd uitgelegd van een statistisch model, een functie die voorspellingen genereert. De studenten werden verdeeld in drie groepen. De controlegroep bekeek gewoon de video. Een andere groep bekeek een video die op bepaalde momenten werd verrijkt met een animatie. Op het moment dat de verteller in de video aangeeft dat een bepaalde dataset meer variatie vertoont dan een andere dataset verschijnen er twee rode staven die van elkaar weg bewegen. Aan de studenten werd gevraagd om met hun handen de beweging van de balken te imiteren. Aan een derde groep werd gevraagd om handbewegingen te maken die niet congruent waren met de beweging van de rode staven in de video.

Nadat elke groep de video drie keer had bekeken kregen de student een test. De tweede groep (met de congruente bewegingen) scoorde het best. De studenten behaalden een gemiddelde score van 16,3 op 23. De derde groep (niet-congruente bewegingen) scoorde het slechts en behaalde een gemiddelde score van 12,6.  Ook tijdens een tweede experiment met 130 studenten (deze keer zittend voor het scherm van hun laptop) scoorden de studenten die congruente bewegingen maakten beter (gemiddeld 4,4 op 5) dan de controlegroep (4 op 5) of de groep die niet congruente bewegingen maakte (3,8 op 5).

Tijdens het onderzoek werd niet nagegaan of enkel het bekijken van de video tot even goede resultaten kan leiden als de combinatie van de video te bekijken en de bewegingen te imiteren.

De onderzoekers brachten de studenten vooraf ook niet op de hoogte van het doel van het onderzoek. Ze vertelden de studenten dat ze een onderzoek deden met betrekking tot multitasking. Na afloop vroegen ze wel aan hen of ze de opzet van het onderzoek konden raden. Ongeveer 1/3 van de groep die congruente bewegingen maakte en 1/5 van de groep met niet-congruente bewegingen had een vermoeden dat de studie iets te maken had met het versterken van leren door middel van bewegingen. Zelfs wanneer de resultaten van de studenten die dit in de gaten hadden niet werden meegeteld, haalden studenten die congruente bewegingen maakten hun voordeel uit de oefening.

Volgens de onderzoekers illustreert hun onderzoek de kracht van embodied cognition. Er is bovendien nog een voordeel volgens hen. De bewegingen stimuleren ook de betrokkenheid. De studenten gaven na elke keer dat ze de video bekeken hadden aan hoe goed ze de video begrepen. De scores bij de studenten die ook handbewegingen maakten, lag telkens hoger. Bij de controlegroep daalde de score na de tweede keer met ongeveer 20% – mogelijk vanuit een frustratie omdat ze de video opnieuw moesten bekijken eerder dan dat ze hem minder goed begrepen.

Volgens onderzoekers kunnen hun conclusies worden toegepast in elke les waarbij een ruimtelijk aspect aan bod komt. Dit onderzoek deed me trouwens ook terugdenken aan een video die ik enkele jaren geleden oppikte. In de video toont een wiskundeleerkracht uit Californië hoe hij al rappend de leerstof uitlegt. Hoe hierin versterken bepaalde bewegingen de inhoud van de boodschap die hij wil overbrengen.

Deze blogpost is een vrije vertaling van het artikel “Students Who Gesture during Learning ‘Grasp’ Concepts Better’. (HT @thebandb)

Bronnen

  • Thomas, L.E., Lleras, A. Swinging into thought: Directed movement guides insight in problem solving. Psychonomic Bulletin & Review 16, 719–723 (2009). https://doi.org/10.3758/PBR.16.4.719
  • Zhang, Yunyi & Givvin, Karen & Sipple, Jeffrey & Son, Ji & Stigler, James. (2021). Instructed Hand Movements Affect Students’ Learning of an Abstract Concept From Video. Cognitive science. 45. e12940. 10.1111/cogs.12940.     

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *